In het eerste kwartaal van 2022 zijn er 1.120.000 zzp’ers in Nederland (CBS). Dat betekent een totale groei van 70.000% ten opzichte van 1988. Ruim 30 jaar geleden, nadat de eerste ‘zzp’er’ geregistreerd werd toen de belastingdienst deze term introduceerde. Een behoorlijke groei! Hoe is deze groei tot stand gekomen en wat is er ondertussen allemaal gebeurd in het land van de zelfstandige ondernemers? Dat lees je in deze blog.
Dat de populariteit van het freelancen de afgelopen jaren is gestegen, en nog steeds stijgt, is vast geen nieuws voor je. Ook nu vliegen de nieuwe kvk-nummers voor zelfstandig ondernemers als warme broodjes over de toonbank.
Maar het zijn van een zelfstandige zonder personeel was niet altijd populair in Nederland. Om een volledig beeld te schetsen van het zelfstandig ondernemerschap in Nederland, en om de vraag te kunnen beantwoorden hoe ‘populair’ het zzp’er zijn in Nederland nu is en in de toekomst zal zijn, is het wel aardig om een stukje terug te gaan in de tijd.
➡️ Leestip voor freelance statistieken: de Freelance barometer 2021
Het zelfstandig ondernemerschap in Nederland in 1900-1960
De eerste (bekende) cijfers over het zelfstandig ondernemerschap in Nederland gaan terug naar 1900. Er wordt gezegd dat in het begin van de 20e eeuw, ongeveer 26,4% van de Nederlandse bevolking zelfstandig ondernemer was. Dat kwam ook omdat de vele boeren zelfstandig ondernemer waren.
Tussen 1900 en 1960 was er een grote daling van het aantal zelfstandige ondernemers in Nederland en daalde het percentage naar 15,8% van de werkende Nederlandse bevolking (Wennekers & Folkeringa, 2002).
Een van de redenen van de daling in populariteit is (kort door de bocht) in dit geval de economische ontwikkeling en relatief grote afname in de werkgelegenheid in de agrarische sector. Enerzijds zorgde de economische ontwikkeling ervoor dat het voor veel zelfstandigen aantrekkelijk was om in loondienst te werken, zodat ze niet onzeker hoefden te zijn over hun inkomsten (Iyugun & Owen, 1998). Daarnaast vond er een verschuiving plaats van het aantal zelfstandige ondernemers in de agrarische sector, naar het werken in loondienst buiten deze sector (Hartog & Wennekers, 2009).
Goed om hierbij te vermelden, is dat de term zelfstandige zonder personeel (zzp) in deze tijd nog niet geïntroduceerd was. Pas in 1967 (aldus het NOS) wordt voor het eerst de term zzp’er gebruikt op 27 april in het Nieuwsblad van het Noorden. In de vragenrubriek van het blad wordt het volgende gevraagd:
“Ik werk als zelfstandige zonder personeel. Nu ben ik ziek geweest en ik mag ongeveer acht maanden niet werken, zodat ik dan ook niets verdien. Heb ik nu ook recht op een uitkering? Mocht ik nooit meer mogen werken, heb ik dan ook ergens recht op?”
Wanneer de term freelancer voor het eerst in de media gebruikt is, weten we niet exact, maar het woord freelancer is ongeveer 200 jaar oud en stamt af van de zogeheten ‘Free Lancers’, oftewel ridders die werden ingehuurd voor hun ‘lance’ (speer), in plaats van dat zij voor hun ‘nationaliteit’ vochten. Inmiddels zijn er meerdere termen voor freelancers. Soms best verwarrend. In deze blog lees je meer over het verschil tussen een zzp’er, freelancer en/of interimmer.
Het begrip ‘zzp’er’ door de Belastingdienst erkend
Pas in de jaren 80 werden de termen freelancer en zzp’er door de Belastingdienst erkend. Deze zzp’ers waren toen voornamelijk personeel in de bouw, metaal en kunststoffenindustrie. Deze ‘erkenning’ kwam ook doordat het zelfstandig ondernemerschap aardig gestimuleerd ‘moest’ worden door de overheid, vanwege de hoge werkloosheid door de niet verder groeiende economie.
Opkomst informatietechnologie maakt zzp’en aantrekkelijker
De populariteit van ‘het zzp’er zijn’ nam langzaam weer toe in de jaren 90. Een niet onbelangrijke rol in dit is de opkomst van de informatietechnologieën en communicatiemiddelen. Dit zorgde ervoor dat kleine bedrijven actief konden zijn op markten waarop voorheen alleen grote bedrijven konden manoeuvreren. De groei van de efficiëntie van communicatie heeft er ook toe geleid dat de werkgelegenheid in de productie is afgenomen en dat de werkgelegenheid in de dienstensector toenam (Jensen, 1993; Piore & Sabel, 1984). Daarnaast zorgde de opkomst van de technologieën voor een vergrote toegankelijkheid van internet en computers, waardoor het voor zzp’ers makkelijker werd om vanuit huis (of elders) te werken.
Overheid begint met stimuleren van zelfstandig ondernemen
Ook de verdere stimulering vanuit de overheid om ondernemer te zijn, was van invloed op de verhoogde populariteit van het zelfstandig ondernemerschap aan het einde van de jaren 90. Een eerste voorbeeld van deze stimulering is de afschaffing van de vestigingswet. De vestigingswet zorgde ervoor dat voor een aantal beroepen, mensen een bepaald diploma moesten halen, of beroepsbekwaam moesten zijn, voordat zij het beroep als zelfstandige ondernemer mogen uitvoeren. Toen deze werd afgeschaft, of in ieder geval, voor verschillende beroepen werd aangepast, werd het voor veel meer mensen toegankelijker om zzp’er te worden. Aan de andere kant is er aan de werkgevers kant juist een wet bijgekomen, waarbij de werkgever een werknemer in vast loondienst moet doorbetalen bij ziekte. Dit is een risico die ervoor kan zorgen dat een werkgever voor een zzp’er kiest, in plaats van een werknemer in loondienst.
Term ‘ondernemer’ wordt positief: ‘mensen met lef’
Niet alleen de economie en de beslissingen van de overheid hebben ervoor gezorgd dat het zelfstandig ondernemerschap in Nederland nog steeds stijgende is. Ook staat ‘ondernemer’ zijn in de volksmond gelijk aan ‘lef hebben’, en ‘voor jezelf kiezen’. Voor jezelf beginnen in plaats van voor een baas werken wordt niet meer gezien als ‘een laatste mogelijkheid voor werk’, wat voorheen wel zo was.
Grote groei zzp’ers in 20e en 21e eeuw
Aan het einde van de 20e eeuw en tijdens het begin van de 21e eeuw stijgt het aantal zzp’ers hard. Nieuwe keuzes van de overheid spelen hierbij wederom een grote rol. Onder andere werd de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) geïntroduceerd, de WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen) afgeschaft en de zelfstandigenaftrek verhoogd.
Een combinatie van veranderingen in de institutionele omgeving, ontwikkelingen op het gebied van communicatiemiddelen, de vraag naar specifiek talent en expertise, de overgang naar het goede imago van de zzp’er en de groei van de zakelijke dienstverlening zorgden ervoor dat het voor dat de populariteit van het zzp’erschap steeg aan het eind van de 20e en het begin van de 21e eeuw.
Millennials hechten grote waarde aan zelfstandigheid
Waarom de populariteit tussen 2005 en nu ‘nog steeds’ aanhoudt, heeft volgens verschillende onderzoeken te maken met de mindset van de ‘Millennials’ (geboren tussen 1980 en 2000). In 2013 noemde PwC de Millennials zelfs ‘zzp’ers in loondienst’, omdat zij grote waarde hechten aan zelfstandigheid. Hierbij kun je denken aan de invulling van het eigen carrièrepad, zelfbeschikking hebben over de balans tussen het werk- en persoonlijk leven, flexibel zijn en de ruimte om te ontpoppen op basis van eigen keuzes. Als zzp’er ben je natuurlijk eigen baas, wat aansluit bij de behoeften van de ‘nieuwe’ mindset.
Hoeveel zzp’ers zijn er in Nederland?
In het bovenstaande stuk heb ik een aantal van de vele factoren geschetst (en dit zijn ze bij lange na nog niet allemaal) die van invloed zijn geweest op het aantal zzp’ers in Nederland.
Kort samengevat:
- Sinds de jaren 80 kregen steeds meer mensen interesse in het ondernemerschap, onder andere vanwege de voordelen die zzp’ers kregen omdat de overheid dit stimuleerde.
- De opkomst van informatietechnologie maakt zzp’en aantrekkelijker
- De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) geïntroduceerd, de WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen) afgeschaft
- De economische voorspoed en tegenspoed in het begin van de 21e eeuw (2000-2014) zorgde voor een hoger aantal zzp’ers in Nederland. In eerste instantie zorgde de groeiende economie voor krapte op de arbeidsmarkt. Maar ook tijdens de ‘economische crisis’ begonnen veel mensen voor zichzelf.
- De mentaliteit veranderde. Veel mensen (met name de millennial) willen voor zichzelf beginnen vanwege de vrijheid die het zzp’erschap met zich meebrengt.
Op dit moment (mei 2022) kunnen we spreken van gemiddeld 1.120.000 miljoen zzp’ers in Nederland (CBS, 2022). Een enorm verschil ten opzichte van 34 jaar geleden. Toch is dit niet het hoogste gemeten aantal zelfstandig ondernemers. In het vierde kwartaal van 2020 liep de teller op tot 1.166.000 zzp’ers. Na een kleine daling begin 2021 begint het aantal zzp’ers sinds halverwege 2021 weer toe te nemen.
Hoeveel zzp’ers kunnen we in 2030 verwachten?
Individualisering en flexibilisering zullen belangrijke begrippen blijven met betrekking tot de toekomst van de werkende bevolking in Nederland. De arbeidsmarkt in Nederland flexibiliseert op razend tempo (PwC, 2018). Dit houdt in dat zzp’ers vaste werknemers vervangen, en meer gewerkt zal worden met projecten in plaats van vaste banen. Niet alleen het aantal uitzendkrachten en payrollers zal groeien, maar ook het aantal zzp’ers zal blijven stijgen. Het Centraal Planbureau (CPB) geeft zelfs aan dat in 2030 één op de vijf werkenden, zelfstandig zal zijn.
Daarnaast geven Broers en Witvliet (2019) aan dat in 2030 50% van de werkende bevolking millennial zal zijn. Millennials houden niet vast aan de traditionele werknemers structuur, zij focussen zich meer op zichzelf en zullen niet hun hele leven bij één bedrijf werken. Wat een bron zal (kunnen) zijn voor een nog grotere groei van het aantal zzp’ers in Nederland.
Wil je meer weten over de veranderde mentaliteit van de millennials t.o.v. de vorige generatie? Dan raad ik je vooral aan om dit essay van Broers en Witvliet door te lezen, waarin onder andere de resultaten van een onderzoek van de YAG naar millennials en hun visie op de arbeidsmarkt worden besproken.
Ook kennis te delen over dit onderwerp? Mail ons!
Heb jij toevoegingen of verdiepende artikelen, of statistieken, die verhelderende informatie geven of een toevoeging geven op dit artikel? Dan zou ik deze heel graag van je ontvangen op [email protected]. Alvast bedankt!
Bronnen die zijn gebruikt voor dit artikel:
Centraal Bureau voor de statistiek. (2019, november). Arbeidsdeelname; kerncijfers. Geraadpleegd van https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82309NED/table?ts=1574776615740
Wennekers, S., & Folkeringa, M. (2002). The development of the self-employmentrate in the Netherlands 1899-1997. Scales paper, 3-16.
Iyigun, M.F. & Owen, A.L. (1998). Risk, entrepreneurship, and human capital accumulation. American Economic Review, Paper and Proceedings, 88, 454-457.
Hartog, C., & Wennekers, S. (2009). De twee gezichten van de ondernemerschapsrevolutie en hun betekenis voor Nederland. Rapport M200914, Zoetermeer: EIM.
Jensen, M.C. (1993). The modern industrial revolution, exit, and the failure of internal control systems. Journal of Finance, 68, 831-880
Piore, M.J. & Sabel, C.F. (1984). The second industrial divide. Possibilities for prosperity. New York: Basic Books
PwC. (2013). Millennials zijn eigenlijk ZZPers in loondienst. Geraadpleegd van https://www.consultancy.nl/nieuws/6453/pwc-millennials-zijn-eigenlijk-zzpers-in-loondienst
PwC. (2018). De toekomst van werk 2030. Geraadpleegd van https://www.pwc.nl/nl/dienstverlening/people-and-organisation/documents/pwc-de-toekomst-van-werk-2030.pdf